Varkenshouderij Veldhorst
#Ondernemer
#Recreatie
Voor Josje Mulder hoeft schoonheid niet ver weg of groots te zijn. Het ven van Groot Wolfswinkel, tussen Scherpenzeel en Renswoude, is voor haar het mooiste plekje van Nederland.
Veertig jaar lang werkte ze als huisarts in Scherpenzeel. Ze fietste naar patiënten, deed visites door weer en wind en kende het dorp en de omgeving tot in de kleinste hoeken. Twintig jaar geleden verhuisde ze naar de rand van het bos. Sindsdien maakt het ven deel uit van haar dagelijks leven.

“Onze kinderen groeiden hier op. Ik deed mijn visites per fiets: dat was echt een feest. Buiten zijn, onderweg zijn, in contact blijven met de omgeving. Het maakte mijn werk lichter. Ik ben altijd een buitenmens geweest.”
Vanuit haar huis aan de bosrand wandelt Josje elke dag naar het ven. Ze nam er in haar huisartsentijd regelmatig artsen in opleiding mee naartoe. “Tijdens het wandelen kwamen gesprekken anders tot stand dan in de spreekkamer. Het bos gaf rust, maar ook inzicht. Ik adviseerde patiënten geregeld om de natuur op te zoeken. Voor sommigen bood dat, juist in hun laatste levensfase, een vorm van berusting.”
Het ven ligt stil tussen heide en vochtige grond. Hier zie je hoe de Gelderse Vallei ooit was: een moerasbos vol water en veen. “Het is geen groot gebied, maar oneindig mooi,” zegt Josje.
De heide is teruggebracht, bomen zijn weggehaald zodat licht de bodem weer bereikt. Toch blijft het gebied kwetsbaar. Door droogte en vergrassing zijn bijzondere soorten verdwenen. “Dat doet me verdriet,” vertelt de voormalig huisarts.
Onderzoek van Wageningen bevestigde de bijzondere waarde: ongelooflijk veel zeldzame mossoorten groeiden hier ooit. Door verdroging ging veel verloren. In vroeger tijden waren er zelfs gentianen te vinden. “Dat het achteruitgaat is jammer. Gelukkig grazen er weer schapen, dat geeft hoop. Nu nog meer regen, dan kan het herstellen.”
Aan dat herstel draagt ze zelf ook bij. In haar groene pak raapt ze peuken en papiertjes op. “Een peuk vervuilt de bodem jarenlang”, zegt ze. “Het lijkt misschien klein werk, maar dit ven verdient zorg.”

Wat maakt dit ven voor haar het mooist? Josje beschrijft het zonder omhaal: “Het water, de lucht, de vogels. Er staan twee bankjes. Wie daar gaat zitten, merkt vanzelf wat deze plek doet. In de avond, als de zon zakt, is het bijna vanzelfsprekend om stil te worden.”
Ze spreekt over de ervaring alsof het, telkens opnieuw, een kleine verrassing is: vanuit het donkere bos stap je ineens op een open plek. De lucht trekt je blik, het water vangt het licht, om je heen hoor je alleen vogels. Geen spelende kinderen, geen drukte, slechts een enkeling met een hond. “Gewoon daar zijn, kijken, luisteren. Dat is genoeg. Bij zonsondergang is het extra bijzonder.”
Voor Josje is het ven niet alleen een natuurgebied, maar ook een spiegel voor het leven. “Rust, aandacht, eenvoud. Dat zijn de dingen die je hier vindt. En dat is wat je meeneemt, ook als je weer thuis bent.”





"Rust, aandacht, eenvoud. Dat zijn de dingen die je hier vindt. En dat is wat je meeneemt, ook als je weer thuis bent."