Dit is het mooiste plekje van Nederland
#Recreatie
#Geschiedenis
De passie van Fred Vos voor de Grebbelinie in Scherpenzeel is onmiskenbaar. Als vrijwilliger, bestuurslid en gids bij Grebbelinie in het Vizier zet hij zich in om dit erfgoed levend te houden. Zijn toewijding vindt deels oorsprong in zijn militaire verleden – hij diende 40 jaar als beroepsmilitair – maar vooral in zijn sterke verbondenheid met de geschiedenis van het dorp en de omgeving.
“Ik kende het verhaal altijd wel,” vertelt hij, “maar toen ik mij er na mijn diensttijd meer in ging verdiepen, ontdekte ik details die mij verrasten. Die mij raakten. Het werd steeds duidelijker hoe belangrijk het is om dit verhaal te blijven vertellen.”
Voor Fred is de Grebbelinie meer dan een verdedigingswerk uit het verleden. Het is een tastbaar stukje geschiedenis dat verweven is met het landschap van Scherpenzeel en Woudenberg. “Het is bijzonder en uniek. Hier zijn zulke heftige gebeurtenissen geweest: dorpen die voor tachtig procent kapotgeschoten werden, hele bevolkingen geëvacueerd. En toch werd er daarna opgebouwd, steen voor steen.”
Hij wijst ook op het bijzondere contrast tussen toen en nu: “Een simpele loopgraaf is tegenwoordig een museumstuk, maar in oorlogssituaties anno nu, zoals in Oekraïne, zie je dat ze nog altijd gebruikt worden. Het maakt de geschiedenis ineens heel actueel.”
Als vrijwilliger neemt Fred bezoekers mee langs de linie en vertelt hij over de strategische rol, de bouw en het leven van de soldaten. Hij merkt dat elk verhaal anders binnenkomt. “(Klein)kinderen zijn vaak onder de indruk van hoe hun opa of overgrootvader hier gelegerd was of heeft meegevochten. Anderen staan stil bij het gebrek aan middelen destijds: geen telefoon, geen internet, geen televisie. Communicatie zoals wij die kennen, bestond niet. Onvoorstelbaar wat die mannen toen hebben meegemaakt”, benadrukt Fred.
De Grebbelinie was oorspronkelijk een voorpost van de Hollandse Waterlinie. In 1939, toen het waterpeil strategisch werd verhoogd, veranderde het landschap in een verdedigingswerk. “Mocht de vijand doorbreken, dan stonden er mitrailleurs klaar. Uiteindelijk is er zwaar gevochten, met name door inzet van Nederlandse artillerie onder andere vanuit de omgeving van Rumelaar.”
Volgens Fred zijn vrijwilligers onmisbaar voor het behoud van dit erfgoed. “Wij zijn de schakel tussen het verleden en de mensen van nu. We zorgen dat het verhaal levend blijft en geven context.”
Daarnaast ziet hij het als een morele taak. Het motto ‘Opdat wij niet vergeten’ sluit naadloos aan bij zijn eigen overtuiging. “Je ziet hoe snel geschiedenis zich kan herhalen. Denk aan Bosnië, Oekraïne… daarom is het zo belangrijk dat mensen begrijpen wat hier is gebeurd.”
Fred vindt het belangrijk dat ook nieuwe inwoners en jongeren weten waar ze wonen. “Vrede is niet vanzelfsprekend. Het landschap hier draagt littekens van strijd en wederopbouw. Zelfs in de boerderijen zie je het terug – herbouwd in de oorlog, vaak herkenbaar aan een gevelsteen met een ‘uitgeklede, klimmende leeuw’. Dat zijn stille getuigen van een tijd die we niet mogen vergeten.”
“Het verleden leeft pas écht als je het deelt.”








"(Klein)kinderen zijn vaak onder de indruk van hoe hun opa of overgrootvader hier gelegerd was of heeft meegevochten."