Dit is het mooiste plekje van Nederland
#Recreatie
#Recreatie
Een sneetje brood, een eitje, koffie en dan: zwemmen. Voor Mees Moesbergen, penningmeester en vrijwilliger bij zwembad ’t Willaer in Scherpenzeel, is het vaste prik. Elke ochtend zwemt hij een uurtje, ’s avonds vaak nog een half uur. “Heerlijk,” zegt hij tevreden. In het buitengebied van Scherpenzeel stroomt het van de verhalen.
Wat het buitenbad zo bijzonder maakt? Het wordt volledig gedragen door vrijwilligers. “Alleen in de zomer zijn er betaalde toezichthouders,” legt Mees uit. “De rest doen we met elkaar, ook in de winter.” Elke dinsdagochtend komt een vaste ploeg bijeen: eerst een bakkie en bijpraten, dan aan de slag met schoonmaak, onderhoud of techniek. Alles in eigen beheer. Week in, week uit.
’t Willaer bestaat sinds 1959 en is sindsdien een ankerpunt voor jong en oud. Mees, geboren in Woudenberg maar al dertig jaar inwoner van Scherpenzeel, is een echte zwemfanaat. Na anderhalf jaar afgekeurd thuiszitten, besloot hij op aanraden van een arts baantjes te trekken. “Om conditie op te bouwen. Dat beviel zó goed… voor ik het wist, zag ik iedere dag dezelfde gezichten.”
Het zwembad is een plek waar herinneringen worden gemaakt én boven water komen. “Er zijn stellen die elkaar hier hebben leren kennen,” vertelt de penningmeester. “Kinderen spelen, eten een ijsje, volgen zwemles. Ook mijn eigen kinderen hebben er alle drie afgezwommen.” Vakantiegangers, moeders en vaste ochtendzwemmers wisselen hier verhalen uit. Zelfs in de stromende regen. “Begeleider van aquafitness in korte broek, doorweekt, maar de les gaat gewoon door. Dat is toch prachtig?!”
Sinds 1992 valt het bad onder Stichting Zwembad ’t Willaer. Deze stichting bestaat uit vrijwilligers en ontvangt subsidie van de gemeentes Scherpenzeel en Renswoude. Dankzij hun steun kunnen jaarlijks duizenden bezoekers genieten van een veilig, duurzaam en gezellig buitenbad.
’t Willaer opent eind april en sluit eind augustus. Mees plant zijn vakantie eromheen, want geen dag wil hij missen. Wat hem drijft? “De sfeer, het is ons-kent-ons. Je hoort erbij, een golf van verbondenheid.”







"De sfeer, het is ons-kent-ons. Je hoort erbij, een golf van verbondenheid."